Zorg

Leerling ondersteuning

Op onze school proberen we zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de individuele ondersteuningsvraag van onze leerlingen. In de dagelijkse praktijk betekent dit dat de leerkracht zijn klas zo organiseert dat er recht kan worden gedaan aan alle kinderen van de groep. De leerkracht wordt hierbij ondersteund door onze intern begeleiders en onze remedial teacher.

Intern begeleider
De intern begeleider (IB’er) verleent deskundige ondersteuning aan de leerkrachten bij specifieke leer- of gedragsmoeilijkheden van leerlingen. Voor het IB-werk hebben wij de volgende verdeling gemaakt: voor de groepen 1 t/m 4 is Joyce Bergsma de intern begeleider. Voor de groepen 5 t/m 8 is dit Marjo Goelema.

De taken van onze IB’ers zijn onder andere:
• Leerkrachten ondersteunen in het vormgeven van onderwijs op maat
• Het bewaken van de zorgverbredingafspraken die op school gemaakt zijn
• Het toets programma opstellen
• Het ontwikkelen van het schoolbeleid met betrekking tot de ondersteuningsverbreding
• Contacten onderhouden met de schoolbegeleidingsdienst, het speciaal basisonderwijs en andere begeleidende instanties
• Contacten leggen en onderhouden met ouders van ondersteuningsleerlingen
• Leerkrachten assisteren bij het opstellen van groepsplannen
• Het geven van remedial teaching
• Analyseren van de opbrengsten

Remedial teacher
Rianne Nieuwkoop is aangesteld als onze remedial teacher (rt’er). Zij verleent specialistische hulp aan kinderen die meer nodig hebben dan de basisondersteuning. Deze hulp wordt buiten de groep gegeven onder schooltijd.
Rianne Dekker ondersteunt leerlingen die nog maar kort in Nederland wonen (Nieuwkomers) met het verwerven van de Nederlandse taal. Zij is zowel op ’t Kompas als voor de andere scholen van De Stroming het deskundige aanspreekpunt voor op dit gebied.

 

Leerlingvolgsysteem

Wij houden vanaf groep 1 een leerlingvolgsysteem bij. Dit gebeurt vooral digitaal. In het leerlingvolgsysteem staan toetsresultaten, observatie en rapportgegevens van de verschillende schooljaren, gegevens over het gezin, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken en andere relevante gegevens. Natuurlijk is het leerlingvolgsysteem niet zomaar voor iedereen toegankelijk. Inzage in het systeem door ouders is mogelijk na overleg met de directie van de school. Wij maken gebruik van het ouderportaal. Hierin heeft u als ouder zicht op een groot deel van het leerlingvolgsysteem van uw zoon/dochter. Ook dit is een manier om daadwerkelijk samen als ouder en school te werken aan de ontwikkeling van het kind. Bij verandering van school worden de leerlinggegevens door ons doorgegeven aan de nieuwe school. Als het kind naar het voortgezet onderwijs gaat, bewaren we de gegevens conform de wettelijke termijn.

Het werk van de kinderen wordt dagelijks bekeken en beoordeeld, zodat de leerkracht zich een beeld kan vormen of het kind de opgegeven taak heeft begrepen en goed heeft verwerkt. Er is op deze manier dagelijkse feedback en bijstelling mogelijk. Het gedrag en de werkhouding van leerlingen wordt geobserveerd en waar nodig wordt geprobeerd dit te verbeteren.

In de methoden zijn toetsen opgenomen, waarmee een duidelijk beeld verkregen kan worden of het kind de afgeronde hoeveelheid stof heeft begrepen of nog extra instructie nodig heeft. In de methoden zijn normen vastgesteld waaraan het leerlingenwerk moet voldoen. Naast de methode-gebonden toetsen, nemen wij ook methode-onafhankelijke CITO toetsen af. Deze toetsen zijn landelijk genormeerd en geven een onafhankelijk beeld van de prestaties van de kinderen.

De behaalde cijfers of beoordelingen worden door de individuele leerkrachten bijgehouden, zodat een gefundeerde beoordeling van het werk mogelijk is. Iedere leerkracht is verantwoordelijk voor het bijhouden van het leerlingvolgsysteem. De ib’ers zien hierop toe. De resultaten van de toetsen of de gegevens van de observaties worden na iedere toetsperiode door de groepsleerkracht samen met de intern begeleider doorgesproken. Dit gebeurt individueel en in aparte bouwvergaderingen waarin de leerkrachten van de onder- of bovenbouw bijeen zijn. Er wordt tijdens deze vergaderingen vooral aandacht besteed aan kinderen met zwakke of zeer goede resultaten.

Ouderinformatie naar aanleiding van resultaten
Alle ouders worden medio november uitgenodigd om met de leerkracht in gesprek te gaan over hun kind. In dit gesprek zal de leerkracht met
u terugkijken op de eerste periode en met u zoeken naar de behoeften van uw kind. Wij zien u immers als ervaringsdeskundige van uw kind. We maken hierbij gebruik van het Sociaal emotionele volgsysteem ZIEN! In dit gesprek kunt u ook aangeven de resultaten van uw zoon of dochter te willen bespreken. Deze staan voor u opengesteld in het ouderportaal.

De kinderen krijgen twee keer per jaar (februari en juli) een rapport mee naar huis. Alle ouders worden in de daaropvolgende week na het eerste rapport uitgenodigd om het rapport met de leerkracht te bespreken. In dit gesprek worden de resultaten van de achterliggende periode met u doorgesproken. Het tweede rapport kunnen ouders en/ of leerkracht zelf aangeven of een gesprek gewenst of noodzakelijk is.
Als de leerkracht aanleiding ziet om eerder in gesprek te gaan met u als ouder, zal er contact met u worden opgenomen om de vorderingen door te spreken. Als u als ouder tussentijds in gesprek wilt met de leerkracht, bent u natuurlijk altijd welkom.

In groep 8 worden ouders en leerlingen in november/december uitgenodigd voor een gesprek over de schoolkeuze naar het voortgezet onderwijs (VO). Er zal besproken worden wat de leerling, ouders en wij als leerkrachten van ‘t Kompas het beste niveau in het VO vinden voor de leerling. Met dit advies kunnen de ouders en leerling op zoek gaan naar een nieuwe school na het ’t Kompas. In groep 7 is er ook al met ouders en leerlingen gesproken over het VO.

 

De speciale ondersteuning voor kinderen met specifieke behoeften

Wij proberen ieder kind die ondersteuning te geven die het nodig heeft. Wanneer blijkt dat een leerling een grotere zorgbehoefte heeft,
wordt hier extra aandacht aan besteed. De signalering hiervan komt tot stand door observaties, het interpreteren van resultaten tijdens de lessen en door toetsen die worden afgenomen. Als een kind onder of ver boven de gestelde normen scoort, wordt dit altijd nader bekeken. De groepsleerkracht doet samen met de intern begeleider extra onderzoek. Dit kan bestaan uit het afnemen van extra toetsen of het doen van observaties in de groep. Natuurlijk worden de ouders betrokken bij dit proces. Dit geheel resulteert in een handelingsplan, waarin beschreven staat hoe we handelen om het kind verder te helpen.
Eveneens beschikt de school over een zgn. Schoolspecifiek dyslectieprotocol. Een nog onlangs door de Inspectie positief beoordeeld document: “dat op een hoger niveau ligt dan bij veel andere scholen’’, aldus de inspecteur. Als school zijn we dan ook goed in staat welke kinderen wijzelf in huis kunnen behandelen en welke kinderen meer specialistischer zorg nodig hebben.

Aanwezige voorzieningen
Zoals al eerder vermeld, worden de groepsresultaten van alle groepen in onze school met de IB’er besproken. Tijdens dit gesprek wordt
onderzocht wat een volgende stap is in de te bieden hulp.
Indien nodig kan de rt’er een rol spelen in de uitvoering hiervan. Heeft het handelingsplan niet het gewenste resultaat, dan wordt de leerling in de leerlingbespreking ingebracht. De ouders worden van deze beslissing
op de hoogte gesteld door de groepsleerkracht. In de leerlingbespreking kan worden besloten dat het kind besproken zal worden binnen het
ondersteuningsteam. Ons ondersteuningsteam wordt gevormd door een ambulant begeleider en een orthopedagoog van het Samenwerkingsverband, de interne begeleiders en de betrokken leerkracht. Dit overleg kan uitgebreid worden met de brugfunctionaris onderwijs, de brugfunctionaris gezin of andere externen.
In dit ondersteuningsteam wordt aan de hand van hulpvragen besproken welke verdere stappen ondernomen gaan worden. Het kan
hier gaan om aanvullend psychologisch- of capaciteitenonderzoek, nieuwe observaties door de ambulant begeleider generalist of aanpassing van het handelingsplan. Alle gegevens worden verwerkt in een verslag.
De conclusie van dit verslag wordt samen met de ouders, groepsleerkracht en de intern begeleider besproken.
Er ontstaat een aantal mogelijkheden:
• Er kan besloten worden om een meer omvattend handelingsplan op te stellen dat het kind op onze school doorloopt.
• Het leerstofprogramma kan aangepast worden.
• Het advies kan gegeven worden om het kind te verwijzen naar een school voor speciaal basisonderwijs.

 

De begeleiding naar het voortgezet onderwijs

In september is er een informatieavond voor ouders van leerlingen van
alle groepen. De ouders van de leerlingen van groep 8 krijgen dan informatie over:
• De procedure die dit jaar gevolgd gaat worden om tot een verantwoorde schoolkeuze te komen
• De centrale eindtoets primair onderwijs
• De instroomniveaus bij het voortgezet onderwijs

In november wordt er een voorlichtingsavond gehouden, waar de scholen voor voortgezet onderwijs uit onze regio zich aan de ouders
presenteren. Ook de kranten/media zullen ouders/leerlingen op de hoogte brengen van hun open dagen. De ouders kunnen met hun kinderen deze dagen op eigen gelegenheid bezoeken. Wij adviseren om in groep 7 al voor de eerste keer op VO scholen te gaan kijken. Voor 1 maart ontvangen de leerlingen uit groep 8 het definitieve voortgezet onderwijs advies van de leerkracht. Midden april wordt de eindtoets
gemaakt. Deze toets kan ertoe bijdragen dat de leerkracht adviseert toch een hoger niveau te gaan volgen. Er zal geen lager advies worden gegeven n.a.v. de uitslag van de eindtoets.

Gegevens
Gedurende de hele schoolperiode van een leerling worden bepaalde gegevens verzameld in het leerlingvolgsysteem. Na 7 jaar (begin groep 8) hebben we op deze manier een goed beeld van een leerling. In groep 8 wordt heel goed gekeken of die lijn zich voortzet. Ook krijgen de leerlingen in groep 8 vier keer per week huiswerk. Na het gesprek in november/december en de prognose van het CITO, formuleert de groepsleerkracht van groep 8 uiterlijk februari een advies. Dit advies wordt aan de ouders voorgelegd. De ouders besluiten daarna bij welke school hun kind wordt opgegeven. De Centrale Eindtoets vervult een controlefunctie. Wanneer de leerlingen zijn opgegeven bij het vervolgonderwijs, is er indien nodig nog contact tussen de school voor voortgezet onderwijs en de groepsleerkracht van groep 8. Elke school voor voortgezet onderwijs heeft een toelatingscommissie, die uiteindelijk beslist of een leerling wel of niet wordt toegelaten. Ouders ontvangen hierover bericht van de school voor voortgezet onderwijs.